DE GAVE GODS IN DE MALLE MOLEN
63
molen, is voor alle vijf overledenen de huislieden bij en
omtrent Wassenaar en elders gaan bidden en heeft de
rouwwagens besteld om de lijken naar Scheveningen te
vervoeren. Tot vijf maal toe heeft hij over de 80 per
sonen, zo oud als jong, ter begrafenis genodigd. Voorts
heeft hij nog bij het leven van Hendrikje Tielemans bij
dag en bij nacht verscheiden boodschappen gedaan,
voorts zo in Den Haag als anderwaarts de vrienden, dz. de
bloedverwanten gehaald, dranken bij den dokter gehaald,
enz., waarvoor hij alles tezamen rekent 20 guld. 13 stui
vers. Om aandrang tot spoedige en volledige betaling
uit te oefenen voegt hij deze regelen aan zijn rekening
toe: „Versoecke seer ootmoedelijck, dat de Ed. Heeren
gelieven te maecken dat ick mach worden gekontenteert,
doordien ick een cruepel ende gebreckelijck man ben”.
Men zou zo zeggen: een lastig mankement voor iemand,
die bij die gelegenheid zo zijn benen heeft moeten gebrui
ken of zou hij zich toen te veel ingespannen en zich lam
geloopen hebben?
Men zal zich wellicht afvragen, of het stadsbestuur
zich niet met 'het geval bemoeid heeft. Zo ja, dan blijkt
er in het archief van de weeskamer maar weinig van.
Toch bevindt zich onder de stukken een declaratie van
den gerechtsbode Cornelis Hodenpijl, waaraan ik het
volgende ontleen.
,,Door ordre van de meergemelte E.E. Heeren
Weesmren ten tijden van de voorn, sieckte naer dat de
laeste in de voors. huijsinge van de voorn. Hendrickie
Thielmans (overleden was) den tijt van twee maenden
alle dagen soo aen de gebuijren omtrent de voors. huij
singe naer de gelegentheijt geinquireert, visite gedaen
ende ooch int seijl gehouden, ende verscheijde mael aen
haer E.E. rapport gedaen; stelle daer voor eens 50-0-0
ofte ter goede discretie van haer E.E.