DE GAVE GODS IN DE MALLE MOLEN 69 wel ten goede gekomen zijn. Maar daarnaast staan op de 18den 3 stoop wijn opgeschreven, „also de vrinden ginder van Selant quamen". Die „vrinden”, d.w.z. bloed verwanten, waren broers van wijlen Jan van Cleef, in leven echtgenoot van Hendrikje. Waarschijnlijk hadden zij een vergeefse reis gemaakt, want het blijkt niet, dat zij deel hadden aan de erfenis. De 20ste Maart waren zij weer in het sterfhuis aanwezig en hebben toen waar schijnlijk hun teleurstelling met een dronk wijns trach ten weg te spoelen, want zegt de rekening: zij comman deerden toen 4 stoop wijn. Toen op de 28ste Maart de notaris en zijn volk „in grootmoers boel” gingen, dronken zij ’s morgens voor 10 st. brandewijn tegen de vierigheid. De twee stoop wijn, die voor die dag ook nog op de rekening staan, hebben wel gediend om de besmettingsgevaren verder op de dag te bezweren. De dag daarop vloeiden er weer twee stoop wijn door hun kelen, „also sijluijden claegde over de lucht van de papieren van grootmoers”. Op 5 April lieten ze weer wijn halen, toen ze zeiden de goederen te moeten verluchten. De onaangename reuk week echter niet zo dadelijk, want voor de dag daarop luidt de post: gedron ken aan brandewijn op de lucht van de papieren voor 10 st. en voorts twee stoop wijn laten halen. Den 8sten April leverde Van Rijn zijn laatste stoop wijn. Eveneens op die zelfde dagen van 5, 6 en 8 April heeft ook de wijnhandelaar Joris van Adrichem wijn in het sterfhuis geleverd, afgezien van al vroeger uitgevoerde bestellingen. De post van den 8sten, ook op deze reke ning de laatste, haal ik hier nog even aan: „Noch 8 stoop franse wijn gesneen met Rijnse wijn” a 5 gl. 12 st., welk bedrag te verhogen is met 2 gl. 8 st. voor impost en kraangeld en voorts met 15 st. voor op proef gedronken wijn. De heren, blijkbaar echte wijnproevers, besloten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 83