70 DE GAVE GODS IN DE MALLE MOLEN Jan dus hun werkzaamheden met een ruime en fijne dronk en keurden eerst de merken alvorens ze te laten ver snijden. Daar bier meer dan wijn de gewone volksdrank was, laat zich vragen, hoe het met de bierleveranties stond. Inder daad is er in het sterfhuis veel aan Cambrinus geofferd. De grossier Mathijs van Winden leverde, behalve een half vat bij de begrafenis van Hendrikje Tielemans, tussen 24 Nov. 1663 en 28 Maart 1664 niet minder dan 12 halve vaten bier, d.i. gemiddeld ongeveer 3 halve vaten per maand. Men moet dus wel aannemen, dat bier de dagelijkse drank geweest is van de bewaaksters van het sterfhuis. De rekeningen verschaffen ons ook een goed inzicht in wat er dagelijks aan eetwaren verorberd werd. Er zijn lange lijsten van gehaalde brooden en van kruideniers waren; de laatste kwamen veelal uit de zaak 't Schip van Antwerpen op het Spui. Zonder aardappelen kwam men toen ook wel klaar met het dagelijks maal. Telkens herhalen zich de posten voor schapenvlees, vis, knollen, kool, peen, enz. Ingrediënten als mosterd, peper, foelie en notemuskaat werden niet versmaad. Men at veel brood (tarwe en rogge), en belegde het met Stolkse en Leidse kaas. De prijs van het brood lijkt hoog, maar het kunnen broden van groot formaat geweest zijn. Met Kerstmis werden olie, meel, krenten, rozijnen en appelen ingeslagen. Pannekoeken van boekweitemeel met spek en met stroop werden vaker genuttigd. Ook eieren komen telkens op de rekeningen voor. De verlichting geschiedde met kaarsen. Dank zij de zorgvuldigheid, waarmee de Heren Wees- meesteren van Den Haag alle stukken, die bij hen inge komen waren met betrekking tot de erfboedel van Hen drikje Tielemans van den Oudenrijn, weduwe van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 84