ALBERTUS GRONEMAN
83
2) Het eveneens democratisch georiënteerde Venetie stelde in
1637 een opera-theater voor al zijn burgers open.
deze aristocratische gewassen niet. Uit hoofde van hun
geaardheid vormden hof noch kerk te onzent cultuur
centra. Het hof o.a. vanwege de evidente on-muzikaliteit
der dynastie en de politieke gebondenheid aan de bour
geoisie; de kerk de Calvinistische!omdat het tot haar
inzichten behoorde zich alleen bezig te houden met zaken,
die betrekking hadden op de bizondere genade. De
muziek viel buiten haar gezichtsveld, omdat zij ressor
teerde onder het gebied der gemene gratie”.
Zo bloeide stil en verborgen, maar met vele en wel
riekende bloesems, onze muziek achter de rustige glas-
in-lood vensters, in de verstilde sfeer der Oud-Hollandse
binnenhuisjes, wier intimiteit o.a. door Vermeer zo tref
fend werd vereeuwigd.
De „muziekleverancier” van onze voorvaderen moest
het stellen zonder de beschermende hand van vorst of
kerkbestuur. Als lesgever, leider van een burger muziek
gezelschap, als stadstrompetter, -klokkenist of -organist
moest hij zijn brood verdienen. Geldelijke steun bij het
verschijnen van zijn composities genoot hij niet. Wel
waren er „patenten”, uitgegeven door de Staten, die hem
voor de sc'hennende hand van na-drukkers moesten be
schermen. Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat
er betrekkelijk weinig in druk is verschenen, hoewel dat
meer is dan men over ’t algemeen denkt.
Het behoeft evenmin te verwonderen dat het juist
ons land was dat de eerste openbare concerten lanceerde,
die voor iedereen toegankelijk waren. De eersten van
deze publieke uitvoeringen werden omstreeks 1670 in
het Mauritshuis te ’s Gravenhage gegeven, en wel op
Zaterdagmiddagen; ze stonden onder leiding van Carolus
Hacquart. 2)