1 Mr. A. GOEKOOP HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 300 JAAR (1652—1952) door Ligt er eigenlijk niet iets tragisch in deze zinspeling, die Cats op Sorghvliet maakte? Verbergen deze woorden niet de teleurstelling over zijn mislukte missie naar En geland? Na zijn aftreden als Raadpensionaris daarheen gezonden als Ambassadeur om te trachten Cromwell’s Acte van Navigatie ongedaan te maken, was hij immers zonder enig resultaat teruggekeerd, terwijl bovendien de oorlog tussen de Verenigde Nederlanden en Engeland uitgebroken was. Cats was onder heel wat gelukkiger omstandigheden begonnen met de aanleg van zijn buitenplaats, toen hij op 20 Mei 1643 „ontrent drie margen een hondt ende vijffent- negentich roeden lants” benoorden den Ha,ag gekocht had. Dit perceel lag in de uitloop van de destijds zo vrucht bare Zegbroekpolder en werd aan twee zijden begrensd door de beek, die de Hofvijver van water voorzag, of zoals Cats poëtisch beschrijft in Ouderdom en Buyten-Leuen: „Voor my, ’k wensch met geen Haegh voortaen te zijn gemoeyt, Als met een haegh alleen, die hier by-wijlen bloeyt.” Jacob Cats aan Westerbaen (Ho[-Gedachten, 1655)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 11