DE VERDELING VAN DEN HAAG IN WIJKEN
104
deeld was, daar de 23ste Maart het voorstel van de Pre
sident van de Gemeenteraad was aanvaard om de Buur
ten op te heffen en de bestaande Wijkindeling tot dé
stadsindeling te verklaren. 137 Wijkmeesters voor iedere
wijk moesten de functiën van Hoofdlieden en Dekens der
Buurten overnemen. In de Publicatie van het Wijkregle-
ment van 8 April 1816 werd voorts gewezen op het minder
omslachtige karakter der Wijkindeling boven de „Buurt-
verdeling”, vooral bij de invoering van het „Kiescollege
hetwelk ingevolge art. 133 der Grondwet is bepaald”.
Tevens werd er op gewezen, dat vele traditionele gebrui
ken in de buurten in onbruik waren geraakt. Het Ge
meentebestuur achtte zich dan ook gerechtigd de instel
ling van Dekens en Hoofdlieden, privileges en buurt-
kaarten en de buurten zelf vervallen te verklaren met in
gang van 30 April 1816. Een aantal liquidatiemaatrege-
len voltooide de opheffing van de Buurtindeling. Aan
het leven van een eeuwenoude instelling was een eind
gekomen. De Wijkindeling bewees haar waarde gedu
rende 60 jaar. Zoals wij haar leerden kennen bleef zij
met zeer geringe veranderingen gehandhaafd tot de 3e
Juni 1856, toen den Haag tengevolge van interne veran
deringen en uitbreiding, een geheel andere indeling
kreeg, n.l. die in 8 afdelingen. Tot die datum bleef de in
deling in 22 wijken vigeren en het zou nog tot 1859 duren
eer ook dit stelsel tot het verleden behoorde. Meer dan
een halve eeuw heeft de wijkindeling het stadsleven en
haar administratie in vele schakeringen beheerst. Honderd
jaar nadien zou de gedachte ener wijkindeling opnieuw
actueel worden.
13De gedachte, dat de wijkverdeling eerst van 1816 dateert
(zie Mededelingen van de vereniging ter beoefening der geschiede
nis van 's-Gravenhage dl. 1 p. 137) is dus niet juist.