VERDELING VAN DEN HAAG IN VIER CANTONS 109 14) Zie Verbaal van de Maire 27 Febr. 1811. ontbinden, onder inachtneming van het reglement op de organisatie van de Justitiële en Rechterlijke macht bij Kei zerlijk Decreet van 8 November 1810. 14) Op de morgen van de 27e Februari begaf de Heer N. van Foreest, Raad van Prefecture van het Departement, zich van het Voorhout naar het Raadhuis om daar na mens de Prefect de Vrederechters, hun Plaatsvervan gers en de Griffiers te beëdigen en te installeren. De ge wapende Burgermacht stond in vol ornaat in twee rijen opgesteld en nadat de Heer Van Foreest deze geïnpec- teerd had, werd hij door de Maire en twee Stadsgrif fiers de Raadkamer binnen geleid. Daar werden de Vre derechters, de Plaatsvervangers en de Griffiers ge ïnstalleerd. Doch nu bleef de moeilijkheid, dat de vier Vrederechters, de acht Plaatsvervangers en vier Grif fiers voor het stadsgebied van den Haag, niet daadwer kelijk hun functie konden uitoefenen, daar de grenzen der Cantons niet waren vastgesteld, terwijl het college van schepenen en daarmede de oude rechtsbedeling voorgoed tot het verleden behoorde. Wilde de jurisdictie voortgang hebben en deze zo belangrijke wijziging, die voor de Ne derlandse rechtspraak een nieuwe aera inluidde, zonder schade voor het openbaar belang worden ingevoerd, dan moest er op zeer korte termijn raad geschaft worden. Men begrijpt dan ook het bijzonder belang van de vast stelling der Cantongrenzen van ’s-Gravenhage. Nadat de Prefect persoonlijk de 28e Februari het Tri bunaal van eersten aanleg, en de Staatsraad Gogel het Keizerlijk Gerechtshof op 1 Maart had geïnstalleerd, vroeg de vaststelling van deze Cantongrenzen de meeste aandacht van Prefect en Maire. Reeds de 27e Februari had De Stassart het volgende aan de Maire geschreven:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 130