VERDELING VAN DEN HAAG IN VIER CANTONS 114 en alle thans in werking zijnde wetten behouden kracht, totdat daarin op een andere wijze zal zijn voorzien”. Het duurde echter tot het jaar 1839 en zelfs tot ver in de 19e eeuw voordat deze wetboeken voltooid wa ren en konden worden ingevoerd. B.W. 1839 Strafwet boek 1887. Voor den Haag had dit deze consequentie, dat, zoals de Wijkindeling de stedelijke administratie gedurende de eerste helft der 19e eeuw heeft beheerst, de Cantoninde- ling de rechterlijke organisatie gedurende deze periode heeft bepaald. Tenslotte echter kwam men met de in 1814 aangevangen wetgevende arbeid gereed. De Wet van 18 April 1827 (Stbl. No. 20) „Op de Zamenstelling der Regterlijke Magt en het Beleid der Justitie” kondigt die reeks van Nederlandse Wetboeken aan, die toch nog zovele jaren op zich zou laten wachten. Evenzo de Wet van 16 Mei 1829 (Stbl. No. 33) waar wij lezen (art. i) „Te rekenen van den dag der invoering van het Burger lijk Wetboek der Nederlanden, wordt afgeschaft en zal ophouden kracht van wet te hebben, het Wetboek Napo leon, met al de daartoe behoorende besluiten en verorde ningen. Insgelijks zijn op hetzelfde tijdstip afgeschaft de algemene en plaatselijke gebruiken in de stoffen, welke bij het nieuwe Wetboek worden behandeld. Het wettelijk gezag van het Romeinsche Regt is en blijft afgeschaft”. (Besluit 28 Februari 1809). De wet van 10 April 1838 (Stbl. No. 12) stelde tenslotte het tijdstip vast, waarop de nieuwe ontworpen Wetboeken zouden worden inge voerd en de Napoleontische Wetgeving zou zijn afge schaft. Dit zou zijn „de Isten October 1838 met de klok slag van middernacht tusschen den 30sten September en den Isten October van dit jaar”. Het Koninklijk Besluit van den 5en September 1838 No. 78 bepaalde bovendien het tijdstip van de opheffing der rechterlijke collegiën.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 135