117 IN POLITIE-ARRONDISSEMENTEN 19) Zie: Dr. H. T. Colenbrander; Inlijving functionarissen, welke van Hollanders, en Opstand p. 24. satie der politie d.d. 10 Maart 1814 maakt het echter zeer waarschijnlijk, dat de arrondissementsindeling toen stil zwijgend buiten werking werd gesteld. Doch daarover later. De voorgenomen inlijving bij het Keizerrijk maakte blijkbaar ook een reorganisatie der Politie in Holland noodzakelijk. Bij decreet van 18 October 1810, twaalfde titel, werd de Politie hier te lande georganiseerd. Over de Hollandse Departementen werd een Directeur-Gene- raal van Politie aangesteld. Onder zijn bevelen stonden de Commissarissen-generaal te Rotterdam, Emden, op Texel en Hardenberg. Zowel de Directeur-generaal als de commissarissen-generaal hadden naast het handhaven der orde het toezicht op onder hen ressorterende gedeel ten der zeekust en de landgrenzen. Bij het Decreet van 25 Maart 1811 werd deze organisatie reeds gewijzigd. Het Commissariaat-generaal te Hardenberg werd over gebracht naar Munster, daar het land tot aan de Eems en de Lippe ingelijfd was. De standplaats Texel werd opge heven. Rotterdam en Emden bleven gehandhaafd, terwijl een aantal ambtenaren werd benoemd met de titel van Commissaris-Speciaal, en wel te Varel, Jever, Delfzijl, Dokkum, op Texel, te Den Helder, te Petten, in Den Haag, Hellevoetsluis en op Goeree. Hun taak was het tegengaan der smokkelarij. De gemeentelijke politie bleef op de bestaande voet gehandhaafd. 19 In Den Haag werden drie Commissarissen van Politie benoemd. De bedoeling was klaarblijkelijk het Politietoe zicht te verscherpen in de door de Franse autoriteiten be doelde geest. De benoeming van van Fransche nationaliteit waren, of

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 138