DE HOFSTEDE VAN RIJSWIJK
141
25J L.H. nr. 228, f. 728v—729; A.R.A. archief Staten van Holland
vóór 1572 nr. 764; W. C. Bijleveld, De laatste der Holland-
sche Van Bronchorst’s en zijne erven (Nederlands archief voor
Genealogie en Heraldiek Vil, 1949), bl. 81 e.v.; recht, archief
Rijswijk, t.a.p.; S. F. L. de Herckenrode, Nobiliaire des Pays-
Bas et du comté de Bourgogne II Gand, 1866), bl. 1935.
of zelfs alleen maar voornamen verbergen, komt gelukkig
een einde, zodra wij in de 16de eeuw zijn aangeland. De
op de twee morgen leenland na geheel uit allodiaal goed
bestaande hofstede, waarvan de totale omvang in 1553
vijf en twintig morgen bedroeg, blijkt nu eensklaps het
eigendom te zijn van personen, die er mogen wezen. De
rij opent met heer Andries van Bronckhorst, ridder, heer
van der Schoot, baljuw van Den Briel en later raadsheer
in het Hof van Holland, overleden in 1547 en opgevolgd
door zijn zoon Jhr. Pieter van Bronckhorst, hoogheemraad
van Delfland, wiens zoon Andries wij reeds tegenkwamen
als leenman van de twee morgen, afkomstig van de proos
dij Koningsveld. Dank zij dit leen leveren de namen van
de 17de-eeuwse eigenaren ons geen moeilijkheden meer
op. In het begin van de 18de eeuw vererfde de hofstede
op het aanzienlijke Belgische geslacht De Merode, die het
met de verheffing van het leen niet zo nauw meer nam,
waardoor ons geen beleningen uit de 18de eeuw bekend
zijn. Verschillende transportacten uit 1802 van land be
horende tot de Werve noemen evenwel mevrouw de Me
rode als eigenaresse van de belendende hofstede van de
Werve, hetgeen vermoedelijk slaat op Marie Catherine
Josephe gravin de Merode, in 1794 te Brussel overleden
als echtgenote van een graaf de Lannoy de la Motterie,
haar tweede man 25
Behalve de hofstede
van Rijswijk bezaten de Bronck-
horsten, wier bewijsbare stamreeks teruggaat op een uit
Voorne afkomstige Willem Gijsbertsz. van Bronckhorst,