DE HOFSTEDE VAN RIJSWIJK
146
1
hierboven beschreven zegel. Een vermogend man schijnt
Arnoud echter niet te zijn geweest. De woning van zijn
zoon Jan aan de Spiering watering ten zuiden van de
Vlietweg was er één van bescheiden omvang 31
De tegenover de Werve gelegen hofstede van Ghise-
brecht van Rijswijk met de langgerekte strook land er ach
ter maakt op mij evenmin de indruk van een aanzienlijk
goed, dat de centrale hof van Rijswijk gevormd zou kun
nen hebben. Bij een dergelijk goed verwacht men een naar
alle vier windstreken ruim uitzicht biedend areaal van
minstens veertig tot honderd morgen. Bij de oude „curtis”
van Warmond behoorde een rechthoekig terrein van on
geveer veertig morgen en de hofstede van Rodenrijs te
Overschie was honderd morgen groot. De Doortoghe bij
Naaldwijk, een bezitting van 'n jongere tak van de Brede-
rode’s en eveneens een rechthoekig complex, telde vier en
zestig morgen, waarvan er twee en dertig allodiaal en twee
en dertig leen waren van de graven van Holland, doch
later leen van de baronie van Oud-Haarlem. Ik kan in
de .hofstede van Rijswijk” dan ook alleen maar een ge
wone boerderij zien, genoemd naar haar eind 13de- en be
gin 14de-eeuwse eigenaren, niet de hof, waaruit het dorp
Rijswijk ontstaan is 32
31) Koningsveld nr. 62, reg. 66. De verklaring van het zegel
dank ik aan een suggestie van de heer J. Fox, chartermeester aan
het Algemeen Rijksarchief, die mij bij mijn onderzoek met grote
hulpvaardigheid ter zijde stond; H. Brugmans en K. Heeringa, Cor
pus sigillorum neerlandicorum ('s-Gravenhage, 19371940), nrs.
1275, 1050. Vgl. nrs. 683 (tegenzegel Olivier van Axel), 1014
(zegel Biggo heer van Coudewerve) en H. van Wijn, Huiszittend
leven 11:1 (Amsterdam, 1812), bl. 6668; Nass. Dom. 6524, f. 53.
Met de daar als oostbelending genoemde Rijswijkse watering moet
volgens L.H. nr. 274, f. 502 de Spiering watering zijn bedoeld.
32Rijksarchief Zeeland, leenregister Hodenpijl, f. 26. Vgl. H. C.
Hazewinkel, De hofstad Rodenrijs (Rotterdams Jaarboekje 1951),
bl. 158 e.v.; Rijksarchief Haarlem, leenregister baronie Oud-Haar-