J
DE HOFSTEDE VAN RIJSWIJK
148
van de
Wate-
34) Cartularium St. Jan, f. 22v („Diric den Bloten bi der tijt
wonende te Rijswijck”)L.H. nr. 37, f. 25; Egmond nrs. 353, 227;
Nass. Dom. nr. 6461, f. 353; L.H. nr. 50, f. 212v; nr. 228, f. 698v
690; A.R.A. archief kapittel St. Marie te 's-Gravenhage nr. 119;
kaarten Nederland nr. 2600; cart. St. Jan, f. 129. De ligging van de
woning Schulenburch is op te maken uit archief begijnhof ’s-Gra-
venzande nr. 93 en de opvolgende beleningen met land aan de west
en de oostzijde, zie L.H. nrs. 142, f. 39; 164, f. 3435v; 180, f. 45;
182, f. 2v; recht, archief Rijswijk nr. 28, f. 48v, 77v.
eens uitschakelen, omdat leden van het Haarlemse ge
slacht de Blote, naar wie het genoemd werd, zich pas tegen
het eind van de 13de eeuw te Rijswijk vestigden en dit
goed zijn latere uitgestrektheid ontleende aan de samen
voeging van twee belendende hofsteden, waarvan de oos
telijke in de 14de en 15de eeuw een bezitting van de Ho-
denpijl’s was. Het van de Hodenpijl’s afkomstige land
strekte zich weliswaar van de Kleiweg langs de westzijde
van de Kerklaan tot aan de Laakkade uit, maar bezat hoe
genaamd geen breedte. Het vermoedelijk aan de noord
zijde van de Geestbrugweg en oostelijk van de tussen 1340
en 1350 aangelegde Haagweg te localiseren goed
,,Schu(i)lenburch”, dat in 1320 eigendom was van vrou
we Ave uten Camp, de moeder van de toenmalige pastoor
van Rijswijk, besloeg in totaal niet meer dan dertien mor
gen en komt m.i. dus ook niet in aanmerking 34
Een met de woning ten Hoeke, de stamzetel
uten Hoeke’s, de voorvaderen van de heren van
ringen, wel te vergelijken goed is het nabije, op Rijswijks
grondgebied gelegen Oud-Ockenburg (eigenlijk Ocken-
berg). Deze op een donk midden in de polder gelegen
hofstede was eens het centrum van een uitgestrekt gelijk
namig terrein, dat van de Waterlose ten noorden van de
Kleiweg reikte tot aan de Kerstanjewetering bij Delft. Dit
is een punt, waar men inderdaad een moerasburcht zou
kunnen verwachten, een vermoeden, dat enigermate steun