149
DE HOFSTEDE VAN RIJSWIJK
35) J. de Geer tot Oudegein, Archieven der ridderlijke Duitsche
Orde I (Utrecht, 1871) nr. 250; Rijnsburg nr. 391.
vindt in de plaatselijke overlevering, die van een onbe
kend klooster gewaagt, dat nabij die hofstede in het veld
gelegen zou hebben. Evenals de woning ten Hoeke heeft
genoemde hofstede zijn naam gegeven aan een adellijk ge
slacht, dat teruggaat op de in 1267 voor het eerst vermelde
Albertus de Ockenberge. De Ockenbergh’s voerden het
zelfde wapen als de Van der Made’s een schuinbalk bela
den met drie bollen of bezanten. Samenhang met de Van
der Burch's is niet uitgesloten. Dit laatste geslacht voerde
afwisselend een rechte en een gebogen schuinbalk, ver
moedelijk ter onderscheiding van de diverse takken van
dit uitgebreide geslacht, en hetzelfde onderscheid treffen
wij aan bij de Ockenbergh’s en de Van der Made’s 35
Bartholomeus van der Made, bekend als de stichter van
de St. Bartholomeus-, later St. Hippolytus- of Oude kerk
te Delft, en Albert van Ockenbergh waren vermoedelijk
broers. Dit blijkt uit een acte van 1329, waarbij Willem
van der Made Bartholomeusz. zijn neef Dirk van Ocken
bergh Albertsz. met zes morgen te Rijswijk beleent. Wil-
lem’s kleindochter Elisabeth van der Made trouwde met
Philips van Polanen, heer van de Leek. Door haar vererf
de de hofstede van de Made, gelegen in de Madepolder
onder Vrijenban, op de Polanen’s. Via de heren van Heen-
vliet kwam zij in de 15de eeuw aan de heren van Naald
wijk. Dirk van Ockenbergh had een zoon Dirk en een
kleinzoon Willem, welke laatste de naam Van der Made
aannam, wellicht omdat zijn moeder een Van der Made
was. Deze Willem van der Made Dirksz. van Ockenbergh
bezat op zijn beurt een dochter Elisabeth, wier echtgenoot
Hugo Dammaszoon in 1409 zeven hont land aan de oost
zijde van de laan naar de hofstede Oud-Ockenburg van