153
DE HOFSTEDE VAN RIJSWIJK
38) Muller, t.a.p., bl. 255, 256—257, 261, 262, 265, 290, 291—
292, 293; H. G. Hamaker, De rekeningen der grafelijkheid van Hol
land onder het Henegouwsche Huis II (Utrecht, 1881), bl. 120;
L.H. nr. 1, f. 73v; Nass. Dom. nr. 6524, f. 44.
Teylingen onder Warmond, wiens achterachterkleindoch-
ter Sophia van Teylingen dit bezit op de heren van Naald
wijk deed overgaan 38
Uit de vermoedelijk door erfdeling ontstane splitsing
van de Rijswijkse tienden is op te maken, dat de vader van
Dirk en Simon van Teylingen, de tijdgenoot van de Rijs
wijk’s Willem van Teylingen, ze oorspronkelijk als één
geheel moet hebben bezeten. Niet onmogelijk hebben wij
dan in Willem van Teylingen de opvolger te zien van de
oude heren van Rijswijk. In een oorkonde uit 1205 betref
fende de verkoop van twee hoeven te Poeldijk aan de
abdij Rijnsburg door de Hollandse gravendochter Ada
markgravin van Brandenburg met toestemming van di
verse leden van het grafelijk huis worden Arnoud en Hen
drik van Rijswijk als getuigen vermeld onmiddellijk na
Willem en Dirk van Teylingen. De eerste heer van Wate
ringen, Gerard van Wateringen, dankte zijn aanzien aan
zijn huwelijk met een kleindochter van Willem van Tey
lingen. Indien wij het ambacht Wateringen voor een af
splitsing van het ambacht Rijswijk mogen houden, waar
toe alle reden bestaat, geschiedde dit hoogstwaarschijnlijk
als gevolg van Gerard’s relaties met de toen in Rijswijk
gegoede Teylingen’s, die er behalve de tienden ook land
bezaten. De onderstelde familierelaties tussen Gerard van
Wateringen via de uten Hoeke’s met de oude heren van
Rijswijk doen mij evenwel aarzelen om aan te nemen, dat
Willem van Teylingen met de erfdochter van de am
bachtsheer van Rijswijk in het huwelijk trad. Gerard van
Wateringen zou dan in een te nauwe graad van verwant
schap tot Machteld van Teylingen hebben gestaan, hoe-