HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 300 JAAR
6
i
PIETER POST, DE ONTWERPER VAN HET CATSHUIS
„Un architecte néerlandais qui, par la sobriété de son style,
la discipline de ses lignes, l’ampleur de ses motifs d'ornamen-
tation et la bonne entente des proportions qui'il emploie,
semble avoir particulièrement voulu reproduire la simplicité
des ordonnances antiques, est Post
Met deze woorden tekent Auguste Schoy in zijn
,,1’Architecture néerlandaise au XVlIme siècle” Pieter
Post ten voeten uit. Hij was een uiterst knap bouwmeester
en zoals Jacob van der Does in zijn beschrijving van ’s-Gra-
venhage zegt „een Konstenaer in weereltsche Palleysen”.
Vergelijken wij bijvoorbeeld Hofwijck met Sorghvliet: het
eerste in een polderlandschap gelegen, was vierkant en
fijte van de nieuwe timmeragie weder geemploijeert te
worden.” Bij latere verbouwingen is gebleken, dat de oude
steen alleen gebruikt is bij de bouw van het middengedeel
te van het huis.
Jammer genoeg heeft Cats de bouw van zijn Sorghvliet
niet mee kunnen maken, want in die periode was het nl„
dat de Staten van Holland hem met de reeds eerder ge
noemde missie naar Engeland gezonden hadden. Het toe
zicht op de bouw werd door Cats noodgedwongen opge
dragen aan zijn schoonzoon Diderick Pauw, heer van
Carnisse. Dat verklaart ook waarom over de bouw geen
poëtische ontboezemingen zijn verschenen, op de wijze
waarop Constantijn Huygens zijn Hofwijck in „Vitau-
lium” bezongen heeft.
Cats had niet voor niets de naam Sorghvliet gekozen:
„lek neme dese plaets tot afkeer van de sorgen
Om daer bevrijt te sijn, om daer te zijn verborgen,
Voor streken van het Hof, voor steken van den haet,
En wat ’er in den Haegh niet selden ommegaet.”