HET HUIS VAN OLDENBARNEVELT
160
zijn huis
tresoriersrekening dit poortje als „het poortje van den
heere Advocaet Barnevelt”, niet omdat het hem in
eigendom behoorde, maar ongetwijfeld alleen omdat hij
er iedere dag onder door liep op weg van zijn huis naar
het Binnenhof.
Dit huis stond er in 1616 nog niet lang. Want op
de kaart van Jacques de Gheyn uit 1597 6) komt op die
plaats een heel ander huis voor, ver achter de rooilijn,
door een voorhof met muur, waarin een poort, geschei
den van de straat, men zou zeggen een soort kasteel. Of
schoon De Gheyn terecht als weinig betrouwbaar geldt 7),
mogen wij hier toch om vier verschillende redenen wel
op hem af gaan. Onbetrouwbaarheid gaat meestal samen
met schematisatie: wij zullen niet aannemen dat de vele
identieke kleine huisjes die hij meer Oostelijk in de
Spuistraat tekent, er werkelijk zo of zelfs maar ongeveer
zo hebben uitgezien. Maar het huis van Oldenbarnevelt
is een afwijking van het schema, die niet uit slordigheid
kan voortkomen. Ook was de kaart bestemd voor een
nooit uitgekomen werk van Pieter Cornelis Boekenberg,
die enige jaren te voren door Oldenbarnevelts invloed
benoemd was tot geschiedschrijver van de Staten van
Holland. 8) Het is aan te nemen, dat De Gheyn wel
opgepast zal hebben, het huis van de beschermheer van
zijn opdrachtgever niet te verknoeien. Ook is het bekend
dat op deze plaats vroeger een kasteel stond waar eerst
Reinoud van Brederode (14151473) en later de we
duwnaar van Jacoba van Beieren, Frank van Borselen,
gewoond heeft, en zo’n kasteel heeft zeker niet in de
6) Historische Atlas „Die Haghe", afl. I.
7) Dr. W. Moll in Jaarboek „Die Haghe” 1932, blz. 23.
8) Zie de inleiding tot de in noot 4 genoemde aflevering. Over
Bockenbergs relatie met Oldenbarnevelt zie Haak, Johan van Ol
denbarnevelt blz. 254.