'1
161
IN DE SPUISTRAAT
9) Jaarboek „Die Haghe” 1921/2 biz. 170 en de daar vermelde
bronnen, waarin nadere bijzonderheden over de geschiedenis van
het kasteel ten tijde van Filips de Goede.
10) Dr. H. van Gelder, Zeven Eeuwen 's Gravenhage,
blz. 113; Jaarboek „Die Haghe”, 1921/2, blz. 133.
lx) Uitgave „Die Haghe”, 1932.
12Bibl. D b 42 in het gemeentearchief.
13) Jac. de Riemer, Beschrijving van 's Gravenhage, Delft 1730.
rooilijn gelegen.9) Eindelijk, indien Mathenesse, Ol-
denbarnevelts opvolger in de eigendom, zoals ik ver
moed, het huis aan de straat herbouwd heeft, heeft hij
daarmede niets anders gedaan dan wat Oldenbarnevelt
zelf op de Kneuterdijk had gedaan en wat ook overigens
in deze tijd gebruikelijk was.10)
Op de bekende geschilderde kaart uit 1570 waarvan
één exemplaar op het Gemeentearchief en het andere
in het Gemeentemuseum berust, staat het huis aan de
straat hetgeen de heer Ter Meer Delval verleid heeft
het op zijn kaart11) van de toestand in 156070 ook
aan de straat te tekenen; de geschilderde kaart is echter
in dit opzicht onnauwkeurig hetgeen blijkt bij vergelij
king met een andere kaart uit 1570 12waarvan het ver
band met de geschilderde kaart niet geheel duidelijk is,
waarbij het huis weer wel achter de rooilijn getekend is.
De geschilderde kaart bevat een ander detail dat de
andere kaarten niet hebben, nl. een vrij hoge toren in
de tuin. Ik heb aanleiding te vermoeden dat zo'n toren,
al was die misschien niet zo hoog, er werkelijk geweest
is, want de Riemer 13) vermeldt hem nog in 1729:
„Het hooge vierkantig torentje 't geen op 't agterste
gedeelte rust, vertoont niet alleen een groote oudheid,
maar verstrekt ook tot bewijs, dat dit huis met het
huis 't geen ten O. is gelegen waarop een gelijk
torentje van de zelfde hoogte en gestalte staat, voorheen