168 HET HUIS VAN OLDENBARNEVELT ofte placcaten bij den E. heeren Staten ofte Graeffel (icheijt) van Hollant ter contrarie van dien disponerende mochte geordonneert ofte gestatueert sijn ende noch geordonneert ofte gestatueert mochte werden daer van ende van (den) effecte der selver wel expresse- licken renuncierende mits desen, belovende hem selven daer mede niet te sullen behelpen; tot voldoeninge van welcke coope hij cooper specialicken verbonden heeft d(e) voors (chreven) gecofte huysinge ende erve ende voorts generalicken van alle sijne andere roerende ende onroerende goederen vercregen of te vercrijgen geen van dien uijtgesondert, stellende deselve ten bedwange van allen recht en (de) rechteren. Alles sonder fraude des toorconden etc. Actum den XXen September 1601. Het huisje van wijlen Anna Jansdochter zal wel niet veel zaaks geweest zijn; wij kunnen ons voorstellen dat de koper het met spoed tegen de grond gegooid heeft en er een nieuw huis voor in de plaats heeft gezet. Misschien is de nieuwe woning wel ingewijd met de huwelijksplechtigheden van zijn jongste dochter die \x/2 jaar na deze laatste aankoop, op 4 Februari 1603, in het huwelijk zou treden met de jonge Cornells van der Myle, zoon van Oldenbarnevelts beste vriend. De herbouw van het oude kasteel van Borselen in de rooilijn, die kort daarop heeft plaats gevonden, zal daarentegen niet Olden barnevelts werk zijn geweest; het is waarschijnlijker dat eerst Mathenesse na zijn aankoop deze laatste herbouw heeft uitgevoerd, vooral als wij veronderstellen, dat het plan om naar de omgeving van de Kneuterdijk te verhuizen bij Oldenbarnevelt al is opgekomen enige jaren vóór hij het heeft uitgevoerd. Had hij nu de verbouwing zelf on dernomen, dan zou hij die verhuizing dus overwogen hebben slechts weinige jaren nadat hij voor duur geld een oud kasteel door een modern straathuis had laten vervangen. Daarin is iets extravagants, dat niet bij Oldenbarnevelt past, en eigenlijk ook niet bij de bewoordingen van de acte van 1611 die spreekt van het „nieuwe kleine huisje”, daarmede als het ware veronder-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 192