IN DE SPUISTRAAT 169 stellend dat het grote huis niet nieuw was. In dat geval zou Mathenesse onmiddellijk bij de aankoop het zo juist door Oldenbarnevelt bij het huis van Aremberg gegeven voorbeeld hebben nagevolgd. Wellicht is er ook in de kaart van Bos en v. d. Ham iets dat daarop wijst. Het gedeelte van de tuin waar in 1597 nog het kasteel stond, is daar namelijk niet aangegeven zoals andere tuinen, maar met stippeltjes, een verder niet voorkomende aan duiding. Is het al te fantastisch in die stippeltjes het bewijs te zien, dat aldaar op dat ogenblik geen aangeleg de tuin maar afbraak-puin te zien was? Wat Mathenesse zeker ook gedaan heeft (en mis schien in verband met het voorgaande) is het inrichten, misschien het bouwen, van een stal aan de Gortstraat, die achter de Vergulde Arend om verbinding had met zijn tuin. Boven de stalpoort liet hij een steen met wapen aanbrengen, die daar tot 1924 bleef zitten, toen de eige naar van het pand Spuistraat 6, de heer A. P. G. M. Drabbe, het poortje liet afbreken en de steen, volgens zijn herinnering, schonk aan een broeder van de toen malige Voorzitter van de Eerste Kamer, Baron de Vos van Steenwijk. Bij nasporingen in diens familie bleek de steen niet meer te vinden, waarmee de laatste materiële herinnering aan het huis van Oldenbarnevelt in de Spui straat verloren is gegaan.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 193