HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 3.00 JAAR
11
was dit huwelijk niet gelukkig, want 6 jaar later leefde hij
voorgoed van haar gescheiden.
Hij liet zijn beide zoons Christiaan en Albert op Sorgh-
vliet opvoeden, waarvoor hij Abraham Trembley, de later
zo beroemde Zwitserse natuurkundige, als gouverneur in
dienst nam. Toen de beide jongens nog klein waren, bleef
Trembley veel tijd over zich met zijn natuurkundige onder
zoekingen bezig te houden en zo deed hij in Juni 1740 de
ontdekking, die hem wereldberoemd zou maken.
Maar laten wij hem zelf aan het woord. In zijn in 1744
verschenen „Mémoires pour servir a l’histoire d’un genre
de Polypes d’eau douce, a bras en forme de cornes” schreef
hij: „Dés le premier Eté que j’ai passé a Sorgvliet, maison
de campagne de M. le Comte de Bentinck, située a un
quart de lieuë de la Haye, j’y ai trouvé des Polypes. Ayant
remarqué divers petits animaux sur des plantes que j’avois
tirées d’un fossé, je mis quelques-unes de ces plantes dans
un grand verre plein d’eau, que je plagai sur la tablette in-
térieure d’une fenêtre
Dit venster was een der ramen van de opkamer, Trem-
bley’s domein en zo zien wij op een zeldzame interieur-
prent van Pronk, hoe Trembley de door hem op Sorgh-
vliet gevonden zoetwaterpolypen aan de kinderen Ben
tinck toont. Op Pronk’s tekeningen zien wij Bentinck’s
zonen steeds in gezelschap van Trembley, die echter in
1747 zijn taak als gouverneur neerlegde en Sorghvliet
voorgoed verliet.
Christiaan Frederik Bentinck huwde met Maria Catha
rina van Tuyll van Serooskerken. Hun oudste zoon, Wil
lem Gustaaf Frederik Bentinck, erfde op 12-jarige leeftijd
Sorghvliet, omdat zijn vader al in 1768 was overleden en
zijn grootvader pas zes jaar later op Sorghvliet stierf.
Sorghvliet werd weldra niet meer door hem bewoond en