HET CATSHUIS „SORGHVLIET" 300 JAAR
12
het
bij ge-
het park werd verwaarloosd. Een reisbeschrijving van
1780 vermeldt ten minste, dat „de woning van de Graaf
in een weiland ligt, met een soort van wildernis er om
heen”.
In Januari 1795 werd Nederland door de Fransen bezet
en nog geen maand later werd Bentinck, bekend om zijn
Oranjegezindheid, gevangen genomen. Na zijn in vrijheid
stelling stak hij naar Engeland over. In zijn afwezigheid
dreigde zijn bezit te verlopen. Er is zelfs sprake van ge
weest, dat er een herberg in het Catshuis gevestigd zou
worden.
Bentinck keerde pas in 1813 naar het continent terug.
Intussen had de Napoleontische bezetting zijn vermogen
sterk verzwakt en was Sorghvliet met een hypotheek be
last. Toch heeft Bentinck nog kans gezien het landgoed
uit te breiden.
Toen hij de rente van de hypotheek echter niet kon vol
doen, werd Sorghvliet gerechtelijk verkocht. Dit ge
schiedde in 1819. Sorghvliet is 144 jaar het eigendom van
de familie Bentinck geweest en de eerste honderd jaren
hiervan kunnen zeker als de meest roemruchte periode
van het landgoed beschouwd worden.
Door de verkoop was de hypotheekhoudster, Mevrouw
Maria Sophia von WachterHaagen, eigenaresse van
Sorghvliet geworden.
Uit de koopbrief bleek, dat er aan de indeling van
Catshuis weinig veranderd was: één kamer was er
bouwd aan de rechtervleugel, terwijl er van de grote ka
mer in diezelfde vleugel twee vertrekken waren gemaakt.
Te betreuren viel alleen, dat de glas-in-lood ramen ver
vangen waren door hogere vensters naar de toen heersen
de smaak, die het Catshuis een onharmonisch en lelijk aan
zien gaven. Mede door deze veranderingen waren de rode
bakstenen buitenmuren witgepleisterd. De van wan-