HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 300 JAAR 14 maakte later het verleggen van de beek en het vergroten van de vijver voor het huis mogelijk. Om de vis daarin te bewaren waren blijkbaar dichtgevlochten schutten opge steld, want in een Memorie betreffende de beek lezen wij, dat bij de voorjaarsschouw van 1838 de loop van de beek hierdoor geheel gestremd werd. Toen aan een herhaald verzoek om deze schotten te verwijderen in de loop van de zomer niet was voldaan en zelfs verschillende ingelanden hun beklag hadden gedaan wegens overlast aan water, hetgeen door de Heren Com missarissen van Delfland nauwkeurig was onderzocht, „zal het van belang zijn’’, zo vervolgt de Memorie, „dat Z.K.H. de Prins van Oranje met alle mogelijke beleefd heid en menagement onder het oog worde gebracht, de ge- wigte redenen die er bestaan om ten spoedigste binnen de buitenplaats Zorgvliet en verder op Hoogstdeszelfs gron den alle beletselen in de beek te doen amoveeren, en voor het vervolg dit water onverhindert te laten in deszelfs loop Bij de verfraaiing van het enorme domein onder de bekwame leiding van Ary van der Spuy, de directeur der particuliere domeinen van Koning Willem II, werd ook de loop van de beek op verschillende plaatsen veran derd, waarbij bleek, dat de oude beekmolen, die nog altijd het uit de duinen afkomstige water naar de Hof vijver pompte, niet meer over voldoende capaciteit be schikte. Koning Willem II liet toen op eigen kosten een stoomgemaal op Hanenburg bouwen en een kanaal aan leggen, bestemd om het water uit Delfland’s boezem daarheen te leiden. De beek zal „ten allen tijde in goeden staat onderhouden worden, ten koste van Zijne Majes teit, of van dengeen die Hoogstdeszelven, in den eigen dom der goederen, waardoor dezelve loopt, mocht opvolgen”, aldus is vastgelegd in de overeenkomst op

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 27