15
HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 300 JAAR
i
met omliggende gronden toebedeeld
Groothertogin van >r
Bij haar bezoeken
nooit.
Toen zij op 71-jarige leeftijd de kamer in het Catshuis
terug zag, waar zij als jong meisje ziek was geweest, riep
zij uit: „O, die schoorsteen, wat heb ik daar in mijn
ziekte dikwijls naar liggen kijken! Ik zou hem best kunnen
uittekenen!”
Intussen was het Catshuis in 1885 verbouwd: het dak
tussen de beide vleugels was verhoogd, waardoor de zol
derverdieping meer ruimte en licht had gekregen De gang
kreeg een indeling met bogen en werd voorzien van een
smaakvol gestukadoord plafond, dat tot op heden goed
bewaard is gebleven. Het „bijhuys” werd, evenals de
vroegere hovenierswoning, afgebroken, waardoor de keu
ken haar oude plaats in het huis terugkreeg. De twee
vijvers achter het huis, laatste overblijfselen van wat eens
Le Nötre’s roemruchte schepping was, waren reeds eerder
gedempt. Het Catshuis werd bewoond door de Intendant
van H.K. Hoogheid.
In 1876 begon de Groothertogin met de verkoop van de
buitenste randgebieden van het grote domein. Dat het
behoud van Sorghvliet haar voor de geest stond, blijkt
uit de bepaling, op 6 Juni 1895 gemaakt bij de verkoop
van gronden aan mijn vader, Mr. A. E. H. Goekoop,
waarin stond, dat de Groothertogin „binnen de eerste vijf-
26 Juni 1847 gesloten tusschen Z.M. de Koning, de stad
's-Gravenhage en de Ingelanden van de Zegbroek-
polder.
Toen Koning Willem II in 1849 overleden was, werd
zijn Weduwe, Anna Paulowna, op 9 September 1850 voor
329,900 gulden eigenaresse van het gehele domein. Nadat
zij in 1865 op Buitenrust gestorven was, werd Sorghvliet
l aan Prinses Sophie,
Saksen, die te Weimar verblijf hield,
aan Nederland vergat zij Sorghvliet