HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 300 JAAR 18 1 t hertog 4 millioen voor Sorghvliet alleen vroeg, terwijl deze aanbieding tot 31 December gold. In November boden B. en W., gemachtigd door de Gemeenteraad, 4 millioen voor het geheel. Bijwijze van Sinterklaas-surprise kwam op 5 December het antwoord, dat de Groothertog 4jzJ millioen bleef vragen voor Sorghvliet en de Zegbroekpolder. Toen eerst op 30 December 1901 de wethouder Bevers in een geheime raadsvergadering het voorstel deed, hierop in te gaan, werd dit met 21 tegen 19 stemmen verworpen! Maar nog was de kans niet verkeken, want ruim een half jaar later, op 15 Augustus 1902, bood mijn vader, die er in geslaagd was het domein in handen te krijgen, Sorgh vliet en de Zegbroekpolder opnieuw te koop aan de Ge meente, op dezelfde voorwaarden „door den eigenaar, den Groothertog van Saksen, gesteld en te stellen”, .al waren de betalingswoorwaarden vanzelfsprekend niet meer dezelfde. Ook dit aanbod werd verworpen, waarop de 20ste Februari 1903 Sorghvliet met bijna 90 H.A. grond, waaronder Buitenrust en Rustenburg, in particuliere handen overging. Met deze overdracht kwam ook een oude getrouwe mede, de vroegere jachtopziener van de Groothertogin: Willem Poot naar wie de bosjes van Poot genoemd zijn die tot zijn dood toe in onze dienst is gebleven. SORGHVLIET WORDT ONS EIGENDOM In de zomer van 1903 werd het Catshuis door mijn va der verbouwd: een oud plan, dat reeds de eerste Bentinck voor de ogen had gestaan, werd werkelijkheid. Op de bei de vleugels van het huis werd een verdieping geplaatst en een tweede trappenhuis erbij gebouwd. De grote kamer in de rechtervleugel werd weer in zijn oorspronkelijke toe stand hersteld en kreeg een antiek marmeren schoorsteen, afkomstig uit Buitenrust.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 33