SORGHVLIET EN DE STAAT DER NEDERLANDEN
HET CATSHUIS „SORGHVLIET" 300 JAAR
22
I
Nadat mijn vader op 24 September 1914 gestorven was,
schonken zijn kinderen, meerderjarig geworden, op 11
November 1929 Sorghvliet aan de Staat der Nederlanden.
Zij deden dit, om door deze schenking de nagedachtenis
van hun vader te eren, die altijd de vurige wens gekoesterd
had, dat er een Koninklijk paleis op Sorghvliet zou ver
rijzen. Daarom lieten zij in de schenkingsakte de voor
waarden opnemen, waarin bepaald werd, dat „wanneer
binnen tien jaar met de bouw van een representatief ge
bouw geen begin mocht gemaakt zijn, het landgoed inte
graal aan de schenkers zou terugkomen", terwijl het
„Catshuis bewaard moest blijven en worden gebruikt in
verband met de bestemming van het landgoed.”
Op 5 Juni 1930 werd, in aanwezigheid van de Minister
van Financiën, de schenkingsacte gepasseerd, nadat de
beide Kamers hiervoor eerst een speciale wet hadden aan
genomen. (Wet van den 28sten Maart 1930, houdende
machtiging tot het aangaan van een overeenkomst van
schenking betreffende het landgoed „Sorghvliet” te
’s-Gravenhage)Hiermede was het feitelijk bezit van
Sorghvliet overgedragen aan de Nederlandse Staat, die
eerst na vervulling van de schenkingsvoorwaarden defini
tief de eigendom ervan zou verkrijgen. Overschrijving van
de akte vond echter niet plaats.
Tien jaren lijken op het ogenblik misschien heel lang,
maar waren het voor de tweede wereldoorlog blijkbaar
niet. Want toen 5 Juni 1940 naderde, bleek er nog geen
enkel behoorlijk plan te zijn gemaakt! Alleen was het park
tegen betaling opengesteld voor het publiek.
De familie Goekoop was zo teleurgesteld over de gerin
ge activiteit, die de Regering in al die 10 jaren aan de dag
had gelegd, dat zij onherroepelijk vasthield aan de schen-