HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 300 JAAR
31
goed in zijn geheel aan de Amerikaanse Staat te koop
aan te bieden. Was het eenmaal exterritoriaal ge
bied geworden, dan zou het gevrijwaard zijn tegen
schending door het plan Dudok. De bijzondere positie van
het Catshuis, die de Gemeente blijkbaar terwille van
Dudok’s plan niet wilde respecteren, konden wij als eige
naren tegenover de Amerikaanse Staat wél in het geding
brengen.
De eerste voorwaarde bij de verkoop was dan ook, dat
het Catshuis als historisch monument hersteld en bewaard
moest blijven en werd aldus gesteld bij de bespreking met
de Amerikaanse Ambassadeur, alvorens het landgoed bij
schrijven van 23 December 1946 te koop werd aangebo
den.
De volgende dag ontving ik nog een brief van Burge
meester en Wethouders van 's-Gravenhage, gedateerd 18
Dec. 1946, waarin mij werd meegedeeld, dat B. en W.
het betreurden, dat wij ons niet konden verenigen met hun
voorstel tot herbeplanting (d.w.z. een herstel van Sorgh-
vliet in het kader van het plan-Dudok), want,,dat de
Gemeente bij de voorbereiding van de uitvoering van het
wederopbouwplan alleen het plan-Dudok als uitgangs
punt kan nemen.”
Op 6 Januari 1947 antwoordde de toenmalige Ameri
kaanse Ambassadeur, Stanley K. Hornbeck, op ons aan
bod: ,,I am happy to be able to inform you that the Ameri
can Embassy, acting on behalf of the American Govern
ment, accepts this offer and is prepared to discuss with
you matters that may be involved in the implementing of
the indicated sale and purchase.”
Het zouden echter deze matters to discuss” zijn, die
de overdracht meer dan een jaar tegenhielden.
De Amerikaanse Ambassadeur verklaarde bij herhaling,
dat het voor de Amerikaanse Staat niet mogelijk was een