HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 300 JAAR 32 HET HERSTEL VAN HET CATSHUIS Op 20 December 1947 deelde ik de waarnemend Burge meester mede, dat, nu het bos van Sorghvliet verkocht werd, ik het Catshuis wilde herstellen en de omgeving ge heel laten herbeplanten. Indien de Gemeente bereid zou zijn het zand en het puin op te ruimen, zou ik in ruil daar voor gaarne de grond schenken, nodig voor de nieuwe verkeersweg, echter zoveel minder dan voorzien in het plan Dudok, dat het de ligging van het Catshuis niet zou landgoed onder beperkende bepalingen te kopen, omdat zijn Regering zich nooit zou kunnen binden aan voorwaar den, waarvan de consequenties in de toekomst niet te over zien waren. Zijn opvolger, de charmante Dr. Herman B. Baruch schreef ons later: „The Department, however, is sympathetic to the objec tive of restoring and keeping the property in its prewar state as a natural park, and will endeavor to see that this objective is achieved.” De gedachte liet ons echter niet los, dat het Catshuis niet bewaard zou blijven, zoals wij ons dat voorstelden, en toen de Amerikaanse Staat zich niet schriftelijk aan de door ons gestelde voorwaarden wilde binden, werd de red dende oplossing gevonden: het Catshuis met 3.10 H.A. grond buiten de verkoop te houden. Nadat ik op 16 Januari 1948 het landgoed bij boedel scheiding toebedeeld had gekregen, werd het bos, groot 22J/2 H.A., op 1 Maart 1948 door mij aan de Amerikaanse Staat overgedragen, waarbij de Nederlandse Staat als no taris fungeerde in de persoon van de Inspecteur der Do meinen te 's-Gravenhage.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 47