i HET CATSHUIS „SORGHVLIET” 300 JAAR 33 over Sorghvliet veel zonniger pe- om de schaden en er voldoende grond over zou blijven noodzakelijke herbeplanting mogelijk te maken. Nadat ik eind Januari 1948 de Heer Dudok bereid had gevonden mijn bezwaren onder het oog te zien, ontving ik op 10 Februari van de Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting een tekening van het gewijzigde basisplan StadhouderspleinScheveningse bosjes, waar mee ook Architect Dudok accoord ging. Uit deze teke ning bleek, dat de bocht van de nieuwe verkeersweg, waartegen ook inmiddels door de Provinciale Commis sie van Advies voor de Uitbreidingsplannen bezwaren waren gemaakt en die daarna was herzien, nog vloeien der was gemaakt, d.w.z. nu ver genoeg van het Cats- huis lag. In zoverre was het oorspronkelijke plan Dudok ten gunste van het Catshuis gewijzigd, maar de bedreiging in de vorm van de twee enorme gebouwen bleef, immers de Heer Dudok schreef op 13 Februari 1948 aan B. en W., verwijzende naar mijn voorstel tot afstand van grond, „dat met het eventueel tot stand komen van een derge lijke overeenkomst, niet wordt geïmpliceerd, dat zou wor den afgezien van de beide gebouwen aan het einde van het Stadhoudersplein, onderscheidenlijk bestemd voor Archief en Conservatorium, zodat hiervoor te zijner tijd een minnelijke schikking, dan wel een onteigening tot stand zal moeten komen.” Hoewel deze schaduw toentertijd nog hing, brak vanaf dat ogenblik een riode aan. Het was de, helaas inmiddels overleden, Ir. P. Bakker Schut, die zich als een der eersten voor het herstel van het Catshuis inzette, evenals de Heer S. G. A. Doorenbos, de Directeur der Gemeenteplantsoenen, die met zijn bekend enthousiasme en doorzettingsvermogen ons bij de verwe-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 49