HET CATSHUIS „SORGHVLIET" 300 JAAR
34
zenlijking van onze plannen tot grote steun is geweest.
Op 13 September 1948 nam de Gemeenteraad het voor
stel van B. en W. aan, behelzende de overdracht om niet
van een stuk grond ter grootte van 0.75.20 H.A., waarte
genover de Gemeente de verplichting op zich nam alle
zand en puin rond het Catshuis te verwijderen, een dijk te
leggen, evenals een voorlopige afrastering te plaatsen en,
behalve het herstel van het toegangshek aan de Johan de
Wittlaan, een nieuw toegangshek te maken aan de
Adriaan Goekooplaan. Het dempen van de nog aanwezige
tankgracht en het weer in de oude toestand brengen van
de vijver en de beek behoorden ook tot de werkzaamhe
den. Daartegenover zou de Gemeente bovendien van de
eigenaar een vast bedrag van f 26.000,ontvangen, in
plaats van de toen nog niet definitief vastgestelde schade
claim.
Na goedkeuring door de Gedeputeerde Staten op 12
October 1948, werd nog in hetzelfde najaar met de werk
zaamheden begonnen. Op 8 December plantte mijn jongste
dochter Marjo de eerste beuk op de nieuw aangelegde
dijk. De middag voor Kerstmis vulde het toestromend wa
ter de weer uitgegraven vijver en verscheen het vertrouw
de spiegelbeeld van het Catshuis weer aan zijn opper
vlakte.
Toen op 23 April 1949 mijn oudste dochter Davina de
laatste eik had geplant op haar vaders verjaardag, was
daarmee het door de landschapsarchitecte Mevrouw S.
van Couten Piccardt WieringaNeurdenburg ontwor
pen plan voltooid.
Intussen was in hetzelfde voorjaar met het herstel van
het huis begonnen, onder de bekwame leiding van Archi
tect J. van Nieukerken, waarbij het aanbrengen van een
centrale verwarming tot de moeilijkste opgaven behoorde.
Gelukkig konden alle verwarmingsbuizen achter de antiek