VIER HAAGSE SPOTPRENTEN
omstreeks 1840
door Dr. H. E. VAN GELDER
In de Catalogus van Historieprenten van Fred. Muller
vindt men onder de nrs 7051 en 7060, 6989 en 6990 een
viertal spotprenten vermeld, waarvan de beschrijving ons
nog voor verschillende onopgeloste vragen stelt; blijkens
een notitie in zijn Supplement heeft ten opzichte van één
ervan de samensteller twijfel gekoesterd aan de juistheid
van zijn beschrijving en enige correcties aangebracht.
Maar het is merkwaardig, dat er nimmer een poging ge
daan is om de betekenis ervan na te gaan. Nu is het waar,
dat oude spotprenten vaak zeer bijzondere moeilijkheden
opleveren, omdat de onderschriften enz. aan de tijdge
noten nog wel wat zeiden, maar toch eigenlijk alleen als
zij min of meer ingewijd waren. Er worden bijzonderhe
den bekend verondersteld, in elk geval, waarop wij na
100 jaar alle kijk hebben verloren. Het begrijpen van een
prent uit de Wereldoorlog is thans reeds vaak moeilijk!
Reeds sedert ik deze prenten in de Haagse Historische
Atlas voor het eerst onder de ogen kreeg, heb ik de wens
gevoeld achter hun geheim te komen, en zo mogelijk haar
een plaats te geven in het leven van hun tijd. Thans ein
delijk vond ik aanleiding en ook gelegenheid om voor een
tweetal dit te doen, en ik heb toen ook getracht de beide
andere te verklaren. Wat de twee eerste betreft, die een
geval uit de wereld van de beeldende kunst behandelen,
heb ik wel enig licht kunnen brengen; voor de twee an-