VIER HAAGSE SPOTPRENTEN 47 a) Hij beoefende ook de glasschilderkunst; op de Tentoonstelling van 1841 kreeg hij (door invloed van De Ceva en Drieling) een zilveren medaille voor: de Aanbidding der Drie Koningen, op glas geschilderd. ning, om in Den Haag het kunstleven te stimuleren. Dat is het ook wel geweest en ongetwijfeld waren de oprich ters met idealistische verwachtingen in dit opzicht be zield. Maar als men nagaat, wat de tijdgenoten ervan zeggen, dan hoort men toch wel duidelijk zeer ernstige bedenkingen, welke zich echter uit referentie voor Wil lem II meestal met een zekere reserve uiten. Reeds terstond wekte het bevreemding, dat de eerste prospectus van de Mij. in het Frans werd uitgegeven, maar er verscheen toch later ook een in het Nederlands. Daaruit zien wij dat het maatschappelijk kapitaal bestond uit 250.000 gulden in aandelen van 500 gulden. Honorair voorzitter was de Kroonprins, Raden waren: bar. Huys- sen van Cattendijke, bar. de Smeth van Deurne, de Heer Van den Heuvel, de Kolonel De Ceva, de Heer Mr. Drieling, de Heer J. J. Eeckhout. Directeur werd Jhr. J. van Rijckevorsel1), adjunct-houtvester van Zuid Hol land; Commissarissen voor de Kunsten waren: de heren De Ceva en Eeckhout. De Maatschappij zou, ter bevordering ook van de gra fische kunsten, verschillende albums uitgeven: Neder lands Roem (25 geschiedkundige tekeningen en 50 portretten in gr. folio), Galerij der Levendige (sic) schilders uit de Hollandse School; Het Schilderachtig Nederland, enz. enz. Voorts werden premieloterijen ont worpen, en tenslotte werd de intekening opengesteld op tal van buitenlandse, vooral Belgische prentuitgaven, ter wijl een reeks buitenlandse geïllustreerde boeken te koop waren. Door bemiddeling van de Kroonprins had de Maatschappij voor haar zetel het grote huis van Hier.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 66