48 VIER HAAGSE SPOTPRENTEN N.B. in Brussel vertaald „levendige” schilders. en gedrukt; dit verklaart de term van Alphen (later Gymnasium) op de hoek van West- einde en Vleerstraat aangekocht; waarschijnlijk had de Kroonprins de 40.000 gulden daarvoor gestort en 20 de 80 aandelen gekregen, waarvoor hij staat ingeschreven. Het is niet onduidelijk een opzet van „hovelingen”, terwijl de heren De Ceva en Eeckhout blijkbaar een hoofdrol spelen. Reeds in April (de oprichting had 24 Maart plaats ge had) wijdt de Avondbode aandacht aan de nieuwe Mij. In De Beeldende Kunsten (blz. 248) lezen wij daarover: „De Avondbode heeft nog eer zich eene enkele stem tegen de Mij., zoogenaamd ter bevordering van de Schoone Kunsten en de Nijverheid in ons vaderland had verheven, uitgeweid in den lof van die Vereeniging en zich vooral dapper bediend van het schild hetwelk het dusgeheete Beschermheerschap van Z. K. H. den Prins van Oranje scheen aan te bieden. Zou hier ook eenige bewustheid van het anti-nationale der onderneming, op den voet zoals die naar de hoogdravende programma’s, prospectussen en vreemde boekenlijsten is aangelegd, hebben bestaan? Zou men door luide den naam van den edelaardigen Vorst te doen klinken zich voor recht matige weerstreving willen behoeden?” Men geeft te verstaan dat de Avondbode „toegevende aan zijn zucht om alles te loven en te prijzen wat door de regering of hooge personaadjen wordt gesteund” door dik en dun een instelling wil steunen, die de bevordering der Schoone Kunsten in Nederland wil bewerken „door te beginnen met ons te overladen met allerlei plaat- en prentwerken en magazijn-achtige boeken in Frankrijk en België gegraveerd en gedrukt, reeds voorlang hier be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 67