VIER HAAGSE SPOTPRENTEN
49
vlg.
Men meende dat Corn. Kruseman de aangewezene zou worden;
en dat met het feit, dat hij gepasseerd werd, zijn vertrek naar Rome
samenhing. Zie B. K. blz. 258.
eigen land door nog grootere
werd maar deze taal nam
tigheid haren oorsprong. Hij was
kunstenaar en een belangeloos
kend; die wil Nederlandse kunst bevorderen door tot
zeer lage prijzen al die artikelen hier en in onze koloniën
af te zetten”.
Op blz. 308 en vlg. van hetzelfde tijdschrift komt een
Ingezonden stuk voor, dat op ironische toon en alsof
het een ander land betrof het Nederlandse kunstleven
bespreekt. Wij vinden daar deze passage, welke kenne
lijk op Eeckhout gemunt is:
Treurig voorwaar was de vervallen staat der Kunst
in dat land; het maakte dan ook eene der gewichtigste
werkzaamheden van de hooge autoriteiten uit om dezelve
op te beuren Hiertoe werkte inzonderheid een der
grootste kunstenaars van Europa mede, die in dat land
waar hij als vreemdeling aankwam, zich metterwoon
nederzette uit zuivere liefde tot de kunst en tot dat land,
waar hij het niet langer kon aanzien, dat de verschrikke
lijkste prullen voor kunst verkocht werden. Nu waren er
wel eenige lasteraars, die beweerden dat hij enkel van
woonplaats veranderd was, omdat de groote man in zijn
mannen overschaduwd
misschien in kortzich-
wel degelijk een groot
en edelmoedig mensch,
die zich door beschaafden en verstandigen toon van con
versatie zeer voordeelig onderscheidde. Volgens zijn
heerlijk en doorwrocht plan werd ook eene school of aca
demie opgerigt, waarbij hij zooveel alshoofd
professor wezen zou”. Wel hadden trouwe burgers ge
meend, dat er wel vaderlanders1) zouden geweest zijn,
wie dit eerder toekwam, maar dat was niet zo, .daarom
koos de Regeering een vreemdeling”. De begunstiging