1
VIER HAAGSE SPOTPRENTEN
53
o.a. Prins Frederik hem zijn leven lang bleef toedragen,
die van Prins en Prinses van Wied, van Koningin
Louise, ook het feit, dat Koning Willem III hem in 1850
tot kamerheer in buitengewone dienst benoemde, pleiten
ervoor, dat hij meer als idealist dan als intrigant zijn rol
speelde. Laten wij hem maar, ondanks de spotprenten,
zo blijven zien.
„A messieurs les abonnés et habitués du Theatre Royal Francais.
Messieurs,
,,Par sommation en date d’hier 6 septembre, et qui m’a été remise
„a 4 heures hz après midi, ainsi que j’ai eu soin de Ie faire constater
„par I’huissier lui-mème, M. Raguenot a prétendu rompre l’engage-
„ment qui ie lie au Théatre que je dirige, et m’a signifié judiciaire-
„ment qu’il se refusait a reparaïtre en scène a l’avenir.
„I’ai dü m’occuper immédiatement du soin de le remplacer, me
„réservant tout recours contre lui. M. Monnier, mon régisseur, est
„déja muni d’un passeport et des pouvoirs nécessaires pour agir en
II. Ruzie in de Koninklijke Schouwburg
De derde der prenten (afb. 3), welke op Haagse kunst-
gebeurtenissen betrekking hebben, en artistiek gesproken
de meest aantrekkelijke en de fraaiste, geeft een scène
met een opgewonden menigte vóór het gebouw van de
Kon. Schouwburg, waar een affiche van een voorstelling
van de opera ,,La Juive” overplakt is met een etiket
„Rêlache”. Het onderschrift luidt: Representation du
6 Septembre 1838, cinq heures du soirpar ordre
de Mr. Raguenot. Rêlache ou les Cabaleurs Enfoncés!.!”
Het geval wordt iets duidelijker door een ingezonden
stuk in het Journal de la Haye van 8 September 1838,
van de directeur van de Schouwburg Ch. Duvernoy.
Hij schrijft: