I
VIER HAAGSE SPOTPRENTEN
55
Hoe dat zij, men plaagde haar op allerlei manieren, o.a.
ook door het uitgeven van caricaturen van haar, In een
boekwinkel in de Poten hing zelfs eens 'n prent te koop,
die haar voorstelde met grote handen, een lange neus en
mismaakte ledematen, met het onderschrift: „Ah! si j’étais
coquette!” Een der hoofdpersonen bij deze weinig ga
lante actie was de 27-jarige ongehuwde Brabander F. P.
J. van den Ouwelant, die zo’n caricatuur op de Sociëteit
vertoonde. Men ging nog verder; op een avond toen de
zangeres optrad, verrees plotseling het afbeeldsel van een
schaapskop midden in de zaal, waarbij van alle kanten een
geblaat werd aangeheven. Dit gaf de eerste tenor Rague-
not aanleiding zijn verbintenis op te geven met een direc
tie, die haar artisten voor dergelijke bejegening niet kon
beschermen.
De „cabaleurs” die men op de prent met fluiten ge
wapend ziet aankomen van den Ouwelant vooraan,
naast hem Kundel, een Engelsman, die twee dochters bij
de Opera had, die misschien jaloers waren van Mari-
noni zijn op deze manier inderdaad „enfoncés”.
In de Haagse Nieuwsbode van 11 September las
men o.a.
„Groot was de teleurstelling van het talrijk opgekomen
„publiek. Men merkte de ekwipaadjen op van de aan-
„zienlijkste ingezetenen dezer residentie, welke zich
„echter wederom hebben moeten verwijderen, Eenige on-
„geregelheden vreezende, had men van de zijde der
„politie de noodige maatregelen genomen”.
Blijkbaar heeft het geval toch zoveel indruk gemaakt,
dat de „cabaleurs” hun actie hebben gestaakt. De krant
vermeldt nml. dat „bij de representatie van 11. Zaterdag
alles rustig is afgeloopen”.
Intussen liet Duvernoy het er niet bij zitten. Hij dreig
de Raguenot hem in rechten te zullen vervolgen; maar