- Het Jaarboek, dat hierbij aan de leden wordt aangebo den, is het laatste, dat onder mijn redactie verschijnt. In 1921 ben ik redacteur geworden, 32 jaren ben ik het ge bleven. Thans is het ogenblik gekomen om mijn taak in jongere handen te doen overgaan. In de jaren, die sedert 1921 zijn verlopen, heeft de Ver eniging 26 jaarboeken het licht doen zien. Drie jaren heb ben de leden geen jaarboek ontvangen maar daarvoor in de plaats andere boekwerken: Den Haag in den Geuzen tijd door J. Smit en de beide delen van de Geschiedenis van Scheveningen door J. C. Vermaas. Tenslotte hebben de geldmiddelen der Vereniging vier malen verhinderd een jaarboek uit te geven. Meer dan 170 artikelen zijn in de genoemde 26 jaar boeken verschenen van de hand van meer dan 70 schrijf sters en schrijvers. Ik heb dus alle reden om hier uiting te geven aan mijn gevoelens van erkentelijkheid voor de zo ruime medewerking, die ik van zo velen heb mogen ondervinden. Mijn dank gaat ook uit naar de achtereen volgende Besturen van Die Haghe, die mij steeds de vrije hand hebben gelaten om de jaarboeken te redigeren zoals mij dat het beste voorkwam. Ik hoop, dat mijn opvolger op even grote medewerking zal mogen rekenen. En dat de financiële toestand der Ver eniging zal toelaten geregeld jaarboeken te doen verschij nen. Want geleidelijk is de serie van 52 jaarboeken, die tot nu toe het licht zag, geworden tot een uiterst belang rijke bron voor de geschiedenis van 's-Gravenhage, die de plaatselijke historieschrijver niet gaarne zou willen mis sen. Deze bron moet en zal ook, naar valt te verwachten, nog vele jaren blijven doorstromen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 7