72
DE VERDELING VAN DEN HAAG IN WIJKEN
„zijnde, dat den Hage mitsgaders Scheveningen, Haag-
„ambacht, Eijkenduijnen en Half-Loosduijnen uitmaken-
„de de jurisdictie van Den Hage, bevolkt is door circa
„vier en veertig duizend zielen, zo zullen dezelve, zo
„na mogelijk in tweeduizend verdeeld worden, en de
„Stemgerechtigden uit elke tweeduizend een grondver
gadering uitmaken en dus tezamen twee en twintig
grondvergaderingen”
Hieruit blijkt dus, dat het totaal aantal inwoners van
directe invloed geweest is op de vaststelling van het aan
tal Wijken. Dit besluit van de Gemeenteraad wilde ech
ter niet zeggen, dat de bevolking het ook voetstoots aan
vaardde. Integendeel! Ten eerste beschouwde de bevol
king de wijk-indeling als een technische verdeling ten
behoeve der verkiezingen, maar niet als een administra
tieve. Onder de Haagse bevolking bleef de buurt-inde-
ling favoriet, terwijl het landsbestuur en de Municipali-
teit de oorspronkelijke idee om de wijkindeling tot de
enige administratieve indeling te promoveren met uit
schakeling der buurten nimmer lieten varen. De Dekens
en Hoofdlieden der buurten wensten bovendien hun po
sitie te behouden en waren over het algemeen tegen een
wijkindeling, die meer zou betekenen, dan een hulpmid
del bij de verkiezingen. Daar kwam bij, dat de vraag op
welke wijze den Haag in 22 grondvergaderingen of wij
ken moest worden verdeeld heel wat onrust veroorzaak
te en heel wat pennen in beroering bracht. Ondanks het
bsluit van 2 April 1796 blijkt nog op 3 Maart 1797 de ver
deling in 77 grondvergaderingen van kracht te zijn en de
commissie tot regeling der grond- en kiesvergaderingen
kwam geen stap verder, ondanks herhaalde conflicten
met het Provinciaal Bestuur van Holland, dat de inde
ling in 22 grondvergaderingen of wijken zo spoedig mo
gelijk ingevoerd wenste te zien. Tenslotte verloor het