74 DE VERDELING VAN DEN HAAG IN WIJKEN bij het 9e den Hage „in wijken worden gedaan. Wij hebben daartoe nodig „eene nauwkeurige telling van alle de Buurtinwoneren, „niet alleen manspersoon en, maar ook vrouwen en kin- „deren, onder welke benaming van kinderen verstaan „worden, alle zielen van de geboorte af aan tot dat die „den ouderdom voor het mannelijke van veertien, en voor „die van het vrouwelijk geslacht van twaalf jaren zullen „hebben herijkt. „Wij verzoeken dus, dat Gijlieden na den 15en Mei aan staande in Uwe buurt de huyzen onder nummers brengt „van no. 1 tot no. de bewooners opteekent, de „manspersoonen, die boven de 20 jaren zijn en „articul van het Reglement op het Bestuur van „en de jurisdictie van dien niet zijn uytgeslooten, bij „Naamen noemt, en de niet stemgerechtigde, de vrouwen, „de jongens en meysjes bij het getal uytdrukt! dat Gijlieden daar van eene duydelijke lijst formeert, „en dezelve lijst voor den laatsten Mey aanstaande ter „secretarie van den Hage door Ulieden onderteekent, „bezorgt. „Medeburgers! wij verwagten.dat Gijlieden stiptelijk aan „deeze onze requisitie binnen den bepaalden tijd zult vol- „doen, terwijl wij, om alle abuyzen voor te komen, de „nodige lijsten hebben doen vervaardigen, van welken wij „Ulieden een Exemplaar hiernevens doen toekomen”. Met dit alles moest spoed betracht worden, want op 15 Juli liep de termijn af, welke het Provinciaal Bestuur gesteld had voor de indiening van bezwaarschriften te gen de voorgestelde wijkindeling. Men moest de burgers gelegenheid geven zich daarover uit te spreken. Toen de buurtlijsten waren ingediend werd de 4e Juli 1797 een commissie benoemd tot het verdelen van den Haag de tweede van die naam die zeer snel een verdelingsplan gereedmaakte en de grenzen van iedere wijk vaststelde.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1953 | | pagina 95