HET WILLEMSPARK EN HET
2
men kan zeggen deftig en voornaam. Midden in dit villa
park verheft zich het monument opgericht ter herdenking
van de terugwinning der Nederlandse onafhankelijkheid
in November 1813. Ook dit kunstwerk is van decoratieve
betekenis en sluit zich harmonisch aan bij zijn omgeving,
op zijn beurt niet alleen het gelukkig gebeuren van 1813
symboliserend maar eveneens de geest van het midden
der 19e eeuw.
Hoe park en monument tot zo treffende en zelfs
schone uiting van de tijdgeest zijn geworden, zullen wij
hieronder trachten na te gaan.
Het Den Haag van omstreeks 1850, een rustige resi
dentiestad van 70.000 inwoners, lag nog vrijwel geheel
besloten in de grachtengordel, die 230 jaren vroeger rond
het dorp Die Haghe was gesloten. In het noorden
scheidde de singelgracht de tuin van het paleis van
wijlen Koning Willem II aan de Kneuterdijk van het
eveneens aan de Koning toebehorende Willemspark, een
ruime doch als aanleg niet zeer geslaagde vlakte, waar
weinig bomen maar des te meer rhododendrons stonden
en waar voor de neo-gothische gebouwen aan de Nassau-
laan enkele beelden, o.a. een van Descartes thans op
het Newtonplein de omgeving versierden. Dit park,
door een brug over de singel toegankelijk uit de Konink
lijke tuin, die zich van de Kneuterdijk tot de Maurits-
kade uitstrekte, werd doorsneden door een arm van de
Haagse beek.
Koning Willem III wenste zich, zoals van zovele der
eigendommen van zijn vader, ook van dit park te ont
doen. Op 17 April 1855 kon de Burgemeester in de Ge
meenteraad mededelen, dat de Koning het Willemspark
wenste te verkopen en wel bij voorkeur aan de gemeente
en dat Z.M. bij de verkoop „alle mogelijke toegefelijk-