HET WILLEMSPARK EN HET
6
Toen de 50-jarige herdenkingsdag van Nederlands
herwonnen vrijheid naderde, werd door de Vereeniging
van en voor Industriëelen de wens gekoesterd op andere
wijze dan alleen door voorbijgaande feesten het her
denkingsjaar o.a. door de oprichting van een monument
van blijvende aard te vieren. De enige nog levende zoon
van Koning Willem I, de bejaarde en zeer geëerbiedigde
Prins Frederik, werd bereid gevonden een commissie
samen te stellen, waarvan de leden door hem zonder
breed overleg met andere kringen, in hoofdzaak uit de
initiatiefnemers werden aangewezen. Het waren, zoals
te begrijpen is, nagenoeg uitsluitend industriëlen, die de
eer van het lidmaatschap werden waardig gekeurd. De
samenstelling dezer commissie vond van de aanvang af
veel tegenkanting; algemeen was de vrees, dat het monu
ment zou worden tot een laatste pleidooi voor het toen
stervend geachte protectionisme. Tal van leden der z.g.n.
Hoofdcommissie hadden bekendheid verworven door het
tekenen van .adressen tegen herziening in liberale geest
van de tarieven. Ook tegen de persoon van de aange
wezen secretaris had men algemeen grote bezwaren.
De Hoofdcommissie begon met het instellen van ge
westelijke subcommissies in alle provinciën om gelden
bijeen te brengen. Als lokmiddel werd gebruikt de toe
zegging dat de namen der leden van alle subcommissies,
en niet de namen van hen, die een bijdrage zouden
schenken, zoals men toch redelijkerwijze had kunnen
verwachten, in albums verenigd zouden worden, die
daarna ter bewaring in het archief des Konings zouden
worden aangeboden.
bewogen bouwgeschiedenis, thans vergeten, vóór 90
jaren zoveel gemoederen, pennen en tongen in beweging
heeft gebracht.