NATIONALE MONUMENT OP PLEIN 1813 11 de Haagse hij later van zekere jury-rapport vermeldt: „Ter zijde en van achteren ge zien, zal dit monument een slechte werking doen”. Gerardus Frijling, schilder te Hardenberg, had ten slotte een dwaas en kinderachtig ontwerp ingezonden, dat „alle kunstwaarde mist en aan de voorschriften der prijsvraag niet beantwoordt” en M. J. Brans, beeld houwer te Eindhoven, zond een tekening met „uitdruk- kingslooze beelden op het onbehaaglijk voetstuk”. Resten de twee verreweg belangrijkste ontwerpen, in gezonden onder de motto’s Ebenhaëzer en N.O. of Nassau-Oranje. Deze beide werden door de toonaan gevende dagbladen en ook door Spectator en Kunst- kronijk dadelijk als de beste aangewezen. De jury bleek het hiermee eens. De meerderheid achtte Ebenhaëzer stellig het beste, al konden ook aan N.O. voortreffelijke eigenschappen niet worden ontzegd. De secretaris der jury echter, W. J. Hofdijk, zelf behorend tot de minder heid, stelde het rapport op zulk een dubbelzinnige wijze, dat de commissie van beoordeling uit de Hoofdcommissie het oordeel der jury misverstond en voorstelde de eerste prijs van f 1.000 toe te kennen aan N.O. en de tweede van f 500 aan Ebenhaëzer. De jury was hierdoor terecht ten zeerste gebelgd en noodzaakte Hofdijk in duidelijke en meer objectieve termen het oordeel der deskundigen neer te schrijven. Dientengevolge besloot de Hoofdcom missie Ebenhaëzer de eerste, N.O. de tweede prijs toe te kennen. Na opening der naambriefjes bleek het eerste ontworpen te zijn door de heren Ph. Koelman en W. C. van der Waeyen Pieterszen te Den Haag, het laatste door de architect P. J. H. Cuypers te Roermond, die later het Rijksmuseum zou bouwen. Koelman was toen ter tijd hoofdleraar aan Academie van Beeldende Kunsten, waarvan directeur zou worden. Hij was een schilder

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1954 | | pagina 23