NATIONALE MONUMENT OP PLEIN 1813 13 Katholieke. Er ontstond een felle en uitgebreide brochure- strijd; in de loop van enige maanden verschenen meer dan 25 pamfletten. De strijd was soms wel merkwaardig maar over het geheel niet zeer verkwikkelijk. Liberalisme en Katholicisme stonden fel tegenover elkaar. Eben- haëzer werd door het eerste, N.O. door het tweede op onmatige wijze gepropageerd. Ebenhaëzer vond als ver- digers o.a. Bosboom, Vosmaer en Leliman, en als tegen standers Hofdijk, Alberdingk Thym en de abt Brouwers. Ook Jacob van Lennep voegde zich bij hen. Maar de strijd, voor het Nederland van de zestiger jaren der vorige eeuw een merkwaardig verschijnsel, bleef zonder resultaat. Het ontwerp van Koelman en van der Waeyen Pieterszen was feitelijk reeds voor uitvoe ring aangewezen en de Prins deed dit als voorzitter der Hoofdcommissie ook officieel. Reeds wachtten echter nieuwe moeilijkheden. De door Koelman vervaardigde maquettes voor het beeldhouw werk, thans op J/4 der ware grootte, werden door de commissie heel wat minder fraai bevonden dan de teke ningen. Nadat allerlei wijzigingen waren voorgeschre ven en aangebracht o.a. werd besloten van de Souve- reine Vorst en van de driemannen standbeelden te plaatsen, waar Koelman zich wit-marmeren reliefs had gedacht werd in het voorjaar van 1867, dus nadat meer dan twee en een half jaar nutteloos waren verloren gegaan, besloten de jury te verzoeken nogmaals haar oordeel over de beelden te uiten. Dit oordeel nu viel ver pletterend uit. Ook Hofdijk en de beeldhouwer F. Stracké, die de plaats van J. A. van der Ven, die inmid dels was overleden, in de jury had ingenomen, schreven beiden hun afkeurend oordeel in brieven neer. Hofdijk had reeds op 4 Juli 1867 vertrouwelijk aan de commissie geschreven: „Men verwijt mij als auteur, dat ik te veel

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1954 | | pagina 26