DE SCHEVENINGSE WEG
18
DE SCHEVENINGSCHE WEG
O weg van Huygens roem
Met Uwe stille dreven
Gewis eerst ka.al en recht
Door’t duinenblond omgeven,
Allengs door boom en blad
Beveiligd voor de zon
Hoe schoon en groot waart gij
Toen Uwe taak begon!
Van verre zong de zee
Haar ruischend eeuwig lied
En riep tot zich de mensch
Die stede en woon verliet!
Een enkle visscherskar
Doorbrak Uw stil bestaan
Een enkele paardenhoef
Weerklonk er door de laan!
En ’t hemels vooglenkoor
Hoog zwevend in de lucht
Was voor des wandlaars oor
Een levensblij gerucht!
Zoo waart ge eeuw na eeuw
In tijd van rust en vree
Zoo waart g’in onze jeugd
Gij Groote Weg naar zee!