EEN METEOOR AAN DE HAAGSE HEMEL 21 zou hem zien komen! Hij zal in vogelvlucht een indruk trachten te geven van de niet overgrote, maar toch ook zeker niet onbelangrijke en voor de tijd, waarin hij leefde, wel uitermate karakteristieke figuur, die Dr Moll bij ge legenheid van een lezing, door schrijver dezes voor de leden van Die Haghe gehouden, met een gelukkig ge vonden term als „een meteoor aan de Haagse hemel” gekenschetst heeft. Niemand, bij zijn geboorte in 1567, zal hebben ver moed, dat hij voor ambassadeur van een vreemde mo gendheid in zijn Haarlemse wieg werd gelegd. Zeker zijn vader niet, Claes van Dijck, die, vijf en veertig jaar lang kapitein bij het Staatse leger, in 1616 sterven zou als commandant van de vesting Crèvecoeur. Hij kreeg de naam Jacob, ging te Leiden rechten studeren en pro moveerde er 25 Februari 1592 op een dissertatie, die bewaard is gebleven. Hij vestigde zich nu in Den Haag als advocaat bij het Hof van Holland. Maar hoe eer zuchtig hij ook was, hij slaagde er niet in, zoveel van zich te doen spreken, dat de mare ervan tot ons ge komen is. Slechts horen wij van de koop van een huis in de Nieuwstraat, dat hij algauw weer verkocht, vermoe delijk omdat hij rente en afschrijving van de hypotheek niet opbrengen kon. Wat later nog van die van een tuin „in den ouden Raem”, vermoedelijk op speculatie om hem voordelig als bouwgrond weer van de hand te doen: aan geld heeft hij zijn leven lang een overmatig grote be hoefte gehad. Maar in 1607, veertig jaar oud, greep hij de Fortuin bij de haren. Hij kwam in aanraking met de Koning van Zweden, niet minder dan dat. Dit was toen Karel IX, de vader van Gustaaf Adolf. Karel IX, om de doorvaart door de Sont te vermijden, die in de macht van de vijandelijke Denen was, bereidde de stichting van een nieuwe havenstad voor, die aan de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1954 | | pagina 37