22
EEN METEOOR AAN DE HAAGSE HEMEL
Westkust van Zweden gevestigd zou zijn. Het werd
Gotenburg, dat in zijn eerste stadium op het delta-eiland
Hisingen in de mond van de Gota gelegen was. Wie
kon hij daarbij beter gebruiken dan de Hollanders met
van het havenwezen en hun be-
moed bij ’t bevaren van de wereld-
de stad haar eigen privilegiën krij-
een geest, die de Hollanders aantrek-
raadpleegde nu
een van
deze koos zich tot raadsman,
de formele, juridische kant
Dijck. Ook tot andere zaken,
hun geweldige kennis
faamde ervaring en
zeeën? Daarom zou
gen, geschapen in
ken moest. Hij raadpleegde nu de Amsterdammer
Abraham Cabeliau, een van de grote kooplieden van ons
land, en deze koos zich tot raadsman, om hem voor te
lichten over de formele, juridische kant van de zaak, Mr
Jacob van Dijck. Ook tot andere zaken, van verre of van
nabij de Zweedse zeehandel betreffende, strekte hun
samenwerking zich uit; sommigen menen zelfs, tot die
laatste alleen. Hoe dan ook, in 1607 belastte zich Cabeliau
met de leiding van de eerste immigrantengroep. Hij zette
zijn mannetjes op Hisingen af, waar ze eerst hun havens
en grachten te graven en hun houten huisjes te bouwen
kregen, en reisde toen naar Stockholm door. Hier was
ook Van Dijck. Of had hij de hele rondreis meegemaakt?
Niemand, die ’t ons vertelt. Zoveel is zeker, dat de defi
nitieve tekst van het stadspriviligie nu werd vastgesteld
en op 14 Augustus 1607 door Karel IX met zijn zegel
bekrachtigd.
Inmiddels had Van Dijck op de koning een diepe
indruk gemaakt. Hij zou het bewijs ervan krijgen, maar
de wijze waarop is pas goed te begrijpen, als we ons
rekenschap geven van de situatie, waarin Zweden ver
keerde. Voor velen, speciaal in het buitenland, was
Karel IX niet meer dan een usurpator. Volgens de wet
ten der erfopvolging had niet hij, maar zijn oudere broer
Sigismond recht op de troon. Maar Sigismond, koning
van Polen, was een militant katholiek en Zweden was