EEN METEOOR TIAN DE HAAGSE HEMEL
28
de vaart. Hij bouwde er aan de stadskant een voorstuk
tegenaan, voornamelijk voor representatie. Het werd op
getrokken in de allernieuwste, Franse, stijl met een hoog
leien dak en een sierlijk Renaissance-torentje opzij. Er
vóór kwam een geweldig voorplein te liggen, waartoe
een oprit toegang verschafte, langs de vaart met
boompjes beplant. In 't midden van de naar het voor
plein gekeerde gevel werd een monumentale poort aan
gebracht, waarboven, sprekend en stoer, het gebeeld
houwde wapen van Zweden. Wie binnentrad zag vóór
zich een enorme vestibule of hall met in de achterwand
rechts de toegang tot de gang, die de kleinere vertrekken
bediende, en links de statige trap naar de bovenverdie
ping. Door een deur in de rechterzijwand kwam men in
de zaal, speciaal geschikt voor representatieve ont
vangsten. Opzij van het huis, aan de andere dan de
vaartkant, bevonden zich vóór een fraai aangelegde
Franse tuin en achter een vierkante vijver met een
eilandje in ’t midden. Hier stond een huisje, waar men
's zomers van een koele dronk kon genieten. Dit alles, op
de oprit na, was aangebracht in de tuin, die Claes van
Dijck ter beschikking gesteld had. De nieuwe aanwinst
van 1612 werd voor boomgaard bestemd.
Maar aan een hoge positie en een indrukwekkend huis
had Van Dijck niet genoeg. De groten van de Renais
sance verlangde naar weidser glorie. Hij bracht de ge-
attitreerde dichters ertoe, zijn roem te bezingen. Hij
hing de Maecenas uit. Vooral de Leidse professor Daniël
Heins, zich noemende Heinsius, en de jonge en knappe
maar duistere geleerde uit de Palts, Eusthatius Schwartz,
zich noemende Swartius, een groot en een kien main dus,
genoten van het geld, dat hij graag over had voor zijn
roem. Schwartz, zelfs, nam hij in huis, waar hij wel
nederig voor secretarisdiensten ter beschikking zal heb-