EEN METEOOR AAN DE HAAGSE HEMEL 41 oog, niets dat de geest verlustigen kon. Integendeel, een naargeestig nieuw plaatsje, stinkend naar teer en naar vis, vol lastposten, ruzie en rumoer. Een paar maal ont ving hij er de koning. Dat was tenminste wat. Dan was er feest en Van Dijck recipieerde in zijn natuurlijk toch statige woning. Laten kon hij het niet, ook hier geld uit te geven. Zijn financiën hebben zich nooit hersteld. In 1626 deed hij niet slechts zijn Hollandse heerlijkheden, die van de Lier en Souteveen, maar ook zijn Zweedse heerlijkheid Salnecke van de hand. Zijn beste titels wa ren hiermee verdwenen. Maar hij ontving, blijkbaar als compensatie, datzelfde jaar de titel van burggraaf van Gotenburg. Als zodanig dan is hij in de Zweedse ge schiedenis overgegaan. Wat zijn Haagse woning betreft, hier had, om er beter het oog op te houden, Rochus Nieuwland zelf zijn intrek genomen. Maar onderhoud kost geld en dat was er niet. De toestand ging er dus niet op vooruit. Toch, even leek het, alsof het een waardige bestem ming zou krijgen. Frederik V van de Palts, ,,de Winter koning", een oomzegger van Prins Maurits, die in Augus tus 1619 tot koning van Bohemen verkozen, maar bij 't inbezitnemen van zijn land in ’t gezicht van Praag met zijn leger verslagen was, had een toevlucht gezocht in ons land. Hier zou hem, voor zich en zijn hofhouding, een woning ter beschikking worden gesteld. Reeds had, in opdracht van de Staten Generaal, het huis van Van Dijck er een flinke beurt voor gekregen. 41 Pond bracht Nieuwland ervoor in rekening, maar hij kreeg er slechts 30! Op 't laatste nippertje, evenwel, werd aan het cen traler, aan de Kneuterdijk gelegen huis van Oldenbarne- velds schoonzoon Cornelis van der Mijle, later met dat van Oldenbarneveld zelf (nu Ministerie van Financiën)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1954 | | pagina 58