EEN METEOOR AAN DE HAAGSE HEMEL 44 een bittere Vondels burgemeester van Deventer. Al in 1622 was de boom gaard, dat wil zeggen de tuin, die Van Dijck er in 1612 had bijgekocht en die het oorspronkelijk bezit van zijn vader verdubbeld had, van de hand gedaan en het jaar daarop de overtuin, aanwinst uit 1619, waarvan zelfs de koopprijs nog niet was voldaan! Thomas Verwer ver kavelde het nog overgebleven terrein, wat hem een dikke winst opleverde, maar bleef zitten met het huis, dat hij een tijdlang zelf heeft bewoond. Eerst tien jaar na zijn dood, in 1660, hebben zijn erfgenamen er een koper voor weten te vinden: het werd Arm- en Weeshuis van de Diaconie der Nederduitse Hervormde Kerk. Als zodanig is het twee eeuwen lang een bezienswaardigheid geweest van Den Haag. In December 1867 werd het voor afbraak verkocht en het jaar daarop gesloopt. Sic transit gloria rnundi! Het verging Van Dijck niet veel beter, al smaakte hij ook het genoegen, in 1628 Vondel te gast te hebben. In zijn huis schreef deze een sonnet, Orakel genaamd, waarin hij Gustaaf Adolf een grote toekomst voorspelde, een orakel, dat niet in vervulling zou gaan, want vier jaar later sneuvelde de koning, pas vier en dertig jaar oud. De publicatie van dit gedicht heeft echter bijsmaak. Brandt, de oudste beschrijver van leven, deelt mee, dat de titel „Orakel” van het volgende onderschrift was voorzien: „Tot tol van Zijne Majesteit van Zweden betaalt te Gottenburg aan den Heere Jacob van Dijck, 1628". Maar bij de publicatie van zijn ge dichten heeft Vondel dit onderschrift doen vervallen. De naam van Jacob van Dijck komt in zijn gedrukte werken niet voor. Wat kan hier de oorzaak van zijn? Klaarblijkelijk de openbare verkoop van het Zweedse

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1954 | | pagina 61