DE „ARCUS TRIUMPHALIS” 51 kerken, die uit ettelijke van zijn panelen spreekt. Mis schien zal hij dus in de omgeving van Antwerpen ge boren zijn, waar bleef nochtans verborgen. Wel kan men zijn Vlaamse herkomst als vrijwel zeker beschouwen. Op verschillende schilderijen van zijn hand ziet men kerken, die onmiskenbaar door de weidse kathedraal van Antwerpen geïnspireerd werden. Sommige andere vertonen invloed van die te Mechelen. Zijn bouwwerken verraden tevens indrukken van de daar bloeiende .Jezuietenbarok” van Huyssens en Frankaert en van de stijl van het huis van Rubens. Hoewel Van Bassen als betrekkelijk jonge man, in 1613, naar de Noordelijke Nederlanden ging hij werd in dat jaar te Delft als vreemdeling in het gilde opgenomen heeft hij zijn Antwerpse scholing nooit vergeten 5). Het lijkt zelfs waarschijnlijk, dat hij af en toe voor korte tijd naar zijn geboorteplaats terugkeerde, aangezien zijn ontleningen aan de Zuid-Nederlandse barok-architectuur te direct en te kort na het ontstaan daarvan zijn, dan dat hij zijn kennis van wat er in die jaren te Antwerpen en om geving gebouwd werd, geheel uit afbeeldingen van der den zou hebben kunnen leren Uit schriftelijke bron nen weten wij echter alleen, dat de kunstenaar in 1622 van Delft naar Den Haag verhuisde 7). Wat hem tot deze verandering van woonplaats bewoog, is niet over geleverd. Mogelijk was het niet alleen de glans van het hof, maar ook de tot op zekere hoogte Zuid-Nederlands gebleven inslag en belangstelling, die het Huis van Oranje bij het verlaten van Antwerpen naar Holland 5) H. Jantzen, Das niederlandische Architekturbild. Leipzig 1910, blz. 58: A. Bredius, Bartholomeus van Bassen, in: Haagsch Jaar boekje voor 1894, blz. 85. 8) H. Jantzen, a.w., blz. 62. 7) A. Bredius, a.w., blz. 87.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1954 | | pagina 70