H. M. MENSONIDES
waar-
het
om
ens van
Moll ge-
van
Met de ietwat pessimistische woorden: „De materieele
omstandigheden van de Vereeniging Die Haghe zijn heel
wat minder gunstig, nu ik het redacteurschap aan
vaard meende Dr W. Moll het jaarboekje 1921/22,
het eerste dat onder zijn redactie verscheen, te moeten
openen.
Hoeveel meer reden zou zijn opvolger hebben, die in
het jaar 1954 de redactie van hem overneemt, om hem
deze woorden na te schrijven. Hij kan echter troost put
ten uit het feit, dat, ondanks het sombere geluid, de heer
Moll in de 32 jaar, dat hij het redacteurschap bekleedde,
niet minder dan 26 jaarboeken, benevens drie andere
boekwerken, het licht heeft kunnen doen zien.
Dit geeft de nieuwe redacteur dan ook de moed
het Jaarboek, dat onder de leiding achtereenvolg'
Servaas van Rooyen, Morren, Van Gelder en
worden is tot een belangrijke bron voor de historie
’s-Gravenhage, in dezelfde geest voort te zetten.
Aan stof voor deze nieuwe jaargang heeft het, mede
door de goede zorgen van de aftredende redacteur, niet
ontbroken. Dit jaarboek bevat, naast een viertal histo
rische bijdragen een gedicht van Mevrouw M. C. van
Zeggelen, de bibliografiën over 1952 en 1953 en de
kroniek over 1953.
Dat dit jaarboek van iets bescheidener omvang is
dan de voorgaande jaren, moet vooral geweten worden
aan de grote stijging der papier- en drukkosten,
door, bij het beperkte ledental, de financiering van
jaarboek steeds moeilijker wordt. Moge een stijgend
ledental in de toekomst ons in staat stellen de reeks van
jaarboeken voort te zetten met een aantal deeltjes, die,
wat inhoud en uitvoering betreft, de beste onder de
voorgaande zo niet overtreffen dan toch evenaren!